In veel kerken en bedieningen ligt de nadruk van leiderschap traditioneel bij herders, leraren en evangelisten. Hoewel deze rollen onmisbaar zijn voor de groei en gezondheid van de gemeente, is het tijd om te erkennen dat zij niet de volledige blauwdruk bezitten om een beweging te leiden. Het herstel van apostolisch en profetisch leiderschap is noodzakelijk om niet alleen gericht te zijn op het behoud van de kudde, maar ook op doorbraak, groei en geestelijke transformatie.
De Bijbel laat duidelijk zien dat apostelen en profeten een fundament leggen waarop de gemeente wordt gebouwd. In Efeziërs 2:20 staat: “Gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de hoeksteen.” Dit fundament is niet slechts een optionele toevoeging; het is een essentiële bouwsteen die stabiliteit, visie en geestelijke kracht brengt.
Apostolisch leiderschap is pionierend van aard. Apostelen breken door grenzen, bouwen structuren en brengen nieuwe bewegingen tot leven. Ze zijn niet tevreden met de status quo, maar voelen een diepe roeping om nieuwe gemeenschappen te stichten en bestaande systemen te hervormen. Paulus is hier een krachtig voorbeeld van. Hij reisde voortdurend, stichtte kerken, rustte leiders toe om de kudde te verzorgen. Zijn focus lag op het bouwen van het Koninkrijk, niet slechts op het behouden van de bestaande gemeenschap.
Profetisch leiderschap voegt hier een ander cruciaal element aan toe. Profeten brengen correctie, richting en zorgen ervoor dat een beweging afgestemd blijft op Gods stem. In Amos 3:7 lezen we: “Immers, de Heere doet niets tenzij Hij Zijn geheimenis heeft geopenbaard aan Zijn dienaren, de profeten.” Zonder profetische input loopt een beweging, inclusief apostolisch leiderschap, het risico te bouwen op menselijke inzichten in plaats van goddelijke openbaring. Profeten onderscheiden, waken en waarschuwen. Ze werken samen met apostelen maar voegen en verbinden zich tegelijk.
Wanneer de rol van herder, leraar of evangelist de boventoon voert in het leiderschap, ontstaan er echter beperkingen. De herder of leraar richt zich van nature op de zorg en het welzijn van de kudde. Zijn roeping is om te genezen, beschermen en onderwijzen. Dit is van onschatbare waarde binnen de gemeente, maar wanneer deze bediening de leiding krijgt, ontstaat er vaak een cultuur van behoud. De focus ligt dan meer op het beschermen van wat er is dan op het verkennen van nieuwe geestelijke gebieden.
Evangelisten daarentegen hebben een hart dat brandt voor zielen. Ze trekken naar buiten, roepen op tot bekering en brengen mensen bij Christus. Maar hun blik is doorgaans gericht op het individu en de massa, niet op een lange-termijnstructuur van een beweging of gemeente. Filippus, die de kamerheer uit Ethiopië tot geloof bracht (Handelingen 8:26-40), toont hoe krachtig de bediening van de evangelist is. Maar Filippus bleef niet om structuren te bouwen; hij ging verder zodra zijn opdracht voltooid was.
Het gevaar schuilt erin dat wanneer herder/leraar of evangelist de leiding heeft, de gemeente of beweging stagneert. Er ontstaat een interne gerichtheid waarin groei en expansie uitblijven. De nadruk ligt te veel op kennis, op veiligheid of op redding. Apostolisch en profetisch leiderschap daarentegen richten zich op het grotere geheel waar deze en nog veel meer zaken onderdeel van zijn. Apostelen zien de lange termijn en bouwen met het oog op generaties. Profeten bewaken de geestelijke koers, zorgen voor diepe reiniging en brengen vernieuwing en richting waar nodig.
Een krachtig voorbeeld van deze samenwerking zien we in Handelingen 13, waar Paulus en Barnabas worden uitgezonden door de Heilige Geest na een tijd van vasten en bidden. De Heilige Geest sprak door de profeten in de gemeente, wat leidde tot een nieuwe apostolische zending. Hier zien we hoe profetisch luisteren leidt tot apostolisch handelen – een samenspel dat de vroege kerk karakteriseerde en zorgde voor explosieve groei.
Dit betekent niet dat de bediening van herders, leraren en evangelisten minder waardevol is. Ze blijven van cruciaal belang voor de opbouw van het Lichaam van Christus, zoals Efeziërs 4:11 benadrukt: “En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten, en nog weer anderen als herders en leraren.” Maar de tekst laat ook zien dat elk van deze bedieningen een eigen plaats heeft. Het apostolische en profetische zijn bedoeld om te leiden, terwijl de andere bedieningen ondersteunen, verdiepen en versterken.
Als we kijken naar de hedendaagse kerk, is het mij duidelijk dat de roep om herstel van apostolisch en profetisch leiderschap steeds luider klinkt. De wereld verlangt naar leiders die verder kijken dan de grenzen van hun eigen gemeenschap. Leiders die bouwen met een visie die verder reikt dan het hier en nu.
Ik geloof dat wanneer we deze verschuiving omarmen, we niet alleen sterker staan als kerk of bediening, maar ook als instrumenten van verandering in de samenleving. Zoals Jesaja 58:12 zegt: “Uw volk zal de oude puinhopen herbouwen, de fundamenten van vroegere generaties weer oprichten; men zal u noemen: hij die bressen dichtmaakt, hersteller van straten om er te wonen.”
De toekomst van geestelijk leiderschap ligt in het herstel van deze bouwstenen. Apostelen bouwen de fundamenten, profeten zorgen voor richting, herders bewaken de kudde, leraren graven diep in het Woord en evangelisten brengen nieuwe mensen binnen. Maar om verder te gaan dan behoud en groei, moeten apostelen en profeten de leiding nemen, zodat Gods plan volledig tot zijn recht komt.
Het is uitdagend dat bestaand leiderschap vaak terughoudend is om apostelen en profeten te verwelkomen. Apostolisch bouwer Dick Westerhof zegt daarover: “Onze boodschap aan herders en leraren is dat ze hun baan gaan verliezen.” Dit is een prikkelende uitspraak die precies de kern van het probleem raakt.
De apostelen en profeten die ik ken, zijn vaak nederige mensen die jarenlang gevormd zijn en afwijzing hebben doorstaan. Juist daarom zijn zij degenen die als eerste begrip tonen voor de woorden van de Heer: “Goed gedaan, gij trouwe dienstknecht” (Matteüs 25:21, NBV21).
De vraag is: wie heeft de nederigheid om ruimte te maken voor een sterker fundament? En wie heeft het karakter om een gezond transitieproces te omarmen? Wie durft te erkennen dat zijn of haar rol in de kerk van vandaag een andere plek in het geheel heeft dan tot nu toe gedacht?
Sven Leeuwestein
Sven Leeuwestein adviseert en begeleidt leiders in en van kerken, bedrijven en overheidsorganen op het snijvlak van spiritualiteit en leiderschap.
De Bijbel laat duidelijk zien dat apostelen en profeten een fundament leggen waarop de gemeente wordt gebouwd. In Efeziërs 2:20 staat: “Gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de hoeksteen.” Dit fundament is niet slechts een optionele toevoeging; het is een essentiële bouwsteen die stabiliteit, visie en geestelijke kracht brengt.
Apostolisch leiderschap is pionierend van aard. Apostelen breken door grenzen, bouwen structuren en brengen nieuwe bewegingen tot leven. Ze zijn niet tevreden met de status quo, maar voelen een diepe roeping om nieuwe gemeenschappen te stichten en bestaande systemen te hervormen. Paulus is hier een krachtig voorbeeld van. Hij reisde voortdurend, stichtte kerken, rustte leiders toe om de kudde te verzorgen. Zijn focus lag op het bouwen van het Koninkrijk, niet slechts op het behouden van de bestaande gemeenschap.
Profetisch leiderschap voegt hier een ander cruciaal element aan toe. Profeten brengen correctie, richting en zorgen ervoor dat een beweging afgestemd blijft op Gods stem. In Amos 3:7 lezen we: “Immers, de Heere doet niets tenzij Hij Zijn geheimenis heeft geopenbaard aan Zijn dienaren, de profeten.” Zonder profetische input loopt een beweging, inclusief apostolisch leiderschap, het risico te bouwen op menselijke inzichten in plaats van goddelijke openbaring. Profeten onderscheiden, waken en waarschuwen. Ze werken samen met apostelen maar voegen en verbinden zich tegelijk.
Wanneer de rol van herder, leraar of evangelist de boventoon voert in het leiderschap, ontstaan er echter beperkingen. De herder of leraar richt zich van nature op de zorg en het welzijn van de kudde. Zijn roeping is om te genezen, beschermen en onderwijzen. Dit is van onschatbare waarde binnen de gemeente, maar wanneer deze bediening de leiding krijgt, ontstaat er vaak een cultuur van behoud. De focus ligt dan meer op het beschermen van wat er is dan op het verkennen van nieuwe geestelijke gebieden.
Evangelisten daarentegen hebben een hart dat brandt voor zielen. Ze trekken naar buiten, roepen op tot bekering en brengen mensen bij Christus. Maar hun blik is doorgaans gericht op het individu en de massa, niet op een lange-termijnstructuur van een beweging of gemeente. Filippus, die de kamerheer uit Ethiopië tot geloof bracht (Handelingen 8:26-40), toont hoe krachtig de bediening van de evangelist is. Maar Filippus bleef niet om structuren te bouwen; hij ging verder zodra zijn opdracht voltooid was.
Het gevaar schuilt erin dat wanneer herder/leraar of evangelist de leiding heeft, de gemeente of beweging stagneert. Er ontstaat een interne gerichtheid waarin groei en expansie uitblijven. De nadruk ligt te veel op kennis, op veiligheid of op redding. Apostolisch en profetisch leiderschap daarentegen richten zich op het grotere geheel waar deze en nog veel meer zaken onderdeel van zijn. Apostelen zien de lange termijn en bouwen met het oog op generaties. Profeten bewaken de geestelijke koers, zorgen voor diepe reiniging en brengen vernieuwing en richting waar nodig.
Een krachtig voorbeeld van deze samenwerking zien we in Handelingen 13, waar Paulus en Barnabas worden uitgezonden door de Heilige Geest na een tijd van vasten en bidden. De Heilige Geest sprak door de profeten in de gemeente, wat leidde tot een nieuwe apostolische zending. Hier zien we hoe profetisch luisteren leidt tot apostolisch handelen – een samenspel dat de vroege kerk karakteriseerde en zorgde voor explosieve groei.
Dit betekent niet dat de bediening van herders, leraren en evangelisten minder waardevol is. Ze blijven van cruciaal belang voor de opbouw van het Lichaam van Christus, zoals Efeziërs 4:11 benadrukt: “En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten, en nog weer anderen als herders en leraren.” Maar de tekst laat ook zien dat elk van deze bedieningen een eigen plaats heeft. Het apostolische en profetische zijn bedoeld om te leiden, terwijl de andere bedieningen ondersteunen, verdiepen en versterken.
Als we kijken naar de hedendaagse kerk, is het mij duidelijk dat de roep om herstel van apostolisch en profetisch leiderschap steeds luider klinkt. De wereld verlangt naar leiders die verder kijken dan de grenzen van hun eigen gemeenschap. Leiders die bouwen met een visie die verder reikt dan het hier en nu.
Ik geloof dat wanneer we deze verschuiving omarmen, we niet alleen sterker staan als kerk of bediening, maar ook als instrumenten van verandering in de samenleving. Zoals Jesaja 58:12 zegt: “Uw volk zal de oude puinhopen herbouwen, de fundamenten van vroegere generaties weer oprichten; men zal u noemen: hij die bressen dichtmaakt, hersteller van straten om er te wonen.”
De toekomst van geestelijk leiderschap ligt in het herstel van deze bouwstenen. Apostelen bouwen de fundamenten, profeten zorgen voor richting, herders bewaken de kudde, leraren graven diep in het Woord en evangelisten brengen nieuwe mensen binnen. Maar om verder te gaan dan behoud en groei, moeten apostelen en profeten de leiding nemen, zodat Gods plan volledig tot zijn recht komt.
Het is uitdagend dat bestaand leiderschap vaak terughoudend is om apostelen en profeten te verwelkomen. Apostolisch bouwer Dick Westerhof zegt daarover: “Onze boodschap aan herders en leraren is dat ze hun baan gaan verliezen.” Dit is een prikkelende uitspraak die precies de kern van het probleem raakt.
De apostelen en profeten die ik ken, zijn vaak nederige mensen die jarenlang gevormd zijn en afwijzing hebben doorstaan. Juist daarom zijn zij degenen die als eerste begrip tonen voor de woorden van de Heer: “Goed gedaan, gij trouwe dienstknecht” (Matteüs 25:21, NBV21).
De vraag is: wie heeft de nederigheid om ruimte te maken voor een sterker fundament? En wie heeft het karakter om een gezond transitieproces te omarmen? Wie durft te erkennen dat zijn of haar rol in de kerk van vandaag een andere plek in het geheel heeft dan tot nu toe gedacht?
Sven Leeuwestein
Sven Leeuwestein adviseert en begeleidt leiders in en van kerken, bedrijven en overheidsorganen op het snijvlak van spiritualiteit en leiderschap.