Het gebeurt nog wel eens dat je een commentaar van iemand tegenkomt op een profetische bediening of uiting. Wat me daarbij opvalt, is dat de afzender de aanname heeft zelf te kunnen toetsen, vanuit ‘gezond verstand en de Heilige Geest’. Maar is dat wel zo?
Een bekende tekst die vaak wordt aangehaald in dit soort situaties komt uit de eerste Johannesbrief:
“Vertrouw niet elke geest, maar onderzoek de geesten of ze uit God zijn” (1 Joh. 4:1).
Wat velen zich daarbij niet realiseren, is dat deze woorden geschreven zijn in een context van rondreizende predikers en een hellenistische cultuur waarin publieke oratie en overtuigingskracht hoog in het culturele vaandel stonden – ook los van waarheid. Juist in die context spoorde Johannes de gelovigen aan tot geestelijk onderscheid bij de vele geesten (lees: stemmen) in hun wereld. Maar dat roept bij mij een indringende vraag op: wat als jij degene bent die meent te toetsen, maar zelf niet uit de Geest van God spreekt?
Geloof niet alles wat je hoort
De eerste lezers van deze brief stonden voor de uitdaging hun jonge geloof en opkomende traditie te vormen en te bewaken. Ze werden geconfronteerd met allerlei winden van leer, terwijl zij nog niet beschikten over het Nieuwe Testament zoals wij dat vandaag kennen. Johannes gebruikt in 1 Johannes 4:1 het Griekse woord pisteuete, een gebiedende wijs van pisteuō, dat komt van pistis, wat geloof, vertrouwen of trouw betekent. In de grondtekst staat letterlijk: “Geloof niet elke geest” (πιστεύετε μὴ παντὶ πνεύματι). Johannes roept zijn lezers dus op niet zomaar geestelijke indrukken of openbaringen te accepteren. Het gaat hier niet over oppervlakkig wantrouwen, maar over een actieve opdracht om niet zomaar geloof te hechten aan alles wat geestelijk klinkt. Het suggereert dat het zelfs mogelijk is om — in alle oprechtheid — te geloven in iets dat niet van God komt, als men niet geestelijk toetst.
Toetsing vond in die tijd niet plaats aan de hand van een complete canon, maar via andere ijkpunten. Liefdevol apostolisch leiderschap en gezag, letterlijk de intentie van deze brief, speelde een centrale rol: wat leerden de apostelen en wat hadden zij van Jezus ontvangen? Daarnaast was er het getuigenis van de Heilige Geest zelf, die in de gemeente werkte en onderscheid gaf. Gemeenschappelijke onderscheiding – samen biddend, luisterend en toetsend – hielp om waarheid van misleiding te scheiden. Niet de scherpste redenaar had het laatste woord, zoals dat in de Grieks-Romeinse cultuur vaak wél het geval was, maar de gezalfde leiding van de Geest in verbondenheid met apostolisch onderwijs. In Handelingen 15 zien we hoe de vroege kerk tot beslissingen kwam door het samenspel van getuigenissen, Schrift, apostolisch gezag en de leiding van de Heilige Geest:
“Want de heilige Geest en wij hebben besloten…” (Hand. 15:28).
En Paulus spoort de gelovigen in Tessalonica aan:
“Doof de Geest niet uit, veracht profetieën niet, maar toets alles en behoud het goede” (1 Thess. 5:19–21, NBV21).
Kritisch beoordelen of bijbels toetsen?
In een tijd waarin iedereen een stem heeft – en die ook nog eens razendsnel online kan ventileren – is het vandaag de dag verleidelijk om onszelf automatisch aan de kant van het licht te plaatsen. Zeker als het gaat om profetie of geestelijke openbaring: we herkennen iets dat ons niet zint, we citeren 1 Johannes 4:1 (“Vertrouw niet elke geest…”), en we lijken niet te twijfelen aan ons vermogen om onderscheid te maken. Maar de vraag die we zelden stellen is: wat als ik zelf degene ben die spreekt uit de geest van de wereld en niet uit de Geest van God?
Er is namelijk een verschil tussen iets kritisch beoordelen en iets geestelijk toetsen. Paulus schrijft in 1 Korintiërs 2:11-12 dat alleen de Geest van God weet wat in God leeft, en dat wij die Geest hebben ontvangen om te begrijpen wat ons geschonken is. Toetsen is dus niet alleen een rationele analyse – het is een daad van afhankelijkheid van en intimiteit met de Geest. En die Geest vraagt overgave, nederigheid, en vaak ook bekering van trots, bitterheid of eigen overtuigingen. Dit is naast een bewuste keuze ook een proces naar geestelijke volwassenheid, waarin we leren onze eigen stem te onderscheiden van die van de Heilige Geest.
“Wie meent te toetsen, moet zelf getoetst durven worden.”
Een van de moeilijkste dingen om te herkennen is dat de geest van de wereld zich ook kan uiten via schijnbaar christelijke taal. Denk aan zinnen als “ik voel gewoon dat dit niet klopt”, of “deze bediening is ongezond”, zonder echt de vrucht te kennen of de persoon en bronnen in de Geest te hebben onderscheiden. Wat als je met zulke uitspraken – hoe goedbedoeld ook – zelf onderdeel wordt van de verwarring en het verzet tegen het werk van de Geest?
Christenen die minder ervaring hebben met het profetische functioneren binnen het Lichaam van Christus hebben nogal eens de neiging om vanuit hun ziel te spreken, of anders gezegd: vanuit ongemak met die werkelijkheid. Ze gebruiken dan het woord ‘toetsen’, maar verhullen daarmee soms hun eigen moeite om geestelijke groei in genadegaven bij de ander te erkennen, verstopt achter theologische termen of vage, postmodern aandoende beweringen zonder bijbelse grond.
Werk je mee of werk je tegen?
De meest profetische woorden klinken soms ongemakkelijk, vreemd of zelfs aanstootgevend. Jezus zelf werd als ketter beschouwd. De profeten van het Oude Testament werden uitgelachen, gevangengezet of genegeerd. En het is opvallend dat juist de religieus overtuigden vaak de scherpste critici waren. Dus stel jezelf deze vraag: spreek ik echt namens de Geest van God, of spreek ik uit eigen oordeel, pijn, angst of theologische voorkeur?
"Vrees voor de Heer is het begin van wijsheid" (Spreuken 9:10).
Dat geldt zeker in de context van profetie en oordeel. Valse of zielse profetie is niet alleen iets wat anderen doen. Het kan ook ontstaan in onze eigen woorden wanneer we de bron niet goed hebben onderscheiden. Vrome kritiek zonder relatie met de Geest wordt al snel religieuze weerstand tegen vernieuwing en waarheid.
Wat als jij degene bent die uit gewoonte of gekwetstheid spreekt, terwijl je denkt te handelen uit zuiverheid? Wat als je woorden een bediening of persoon in je kerk of beweging ondermijnen die wél gehoorzaam wandelt in het spoor van de profetische Geest? Wat als jouw ‘toetsen’ eigenlijk projectie is? Dan word jij – onbewust – een zielse of zelfs een valse stem in het werk van de Geest aldaar. Niet omdat je opzettelijk misleidt, maar omdat je niet spreekt vanuit de Geest van God.
Wat kun je doen?
Ik kan me niet voorstellen dat iemand dit zou willen. Tegelijk zijn er wel handvatten om beter om te gaan met het profetische in het Lichaam van Christus. Hier volgen er drie.
Begin bij bevrijding in de Hemelse Rechtbank. Veel geestelijke blindheid of weerstand komt voort uit generatiegebonden ongerechtigheid, beschuldigingen of innerlijke verbonden met religieuze of controlerende machten. In de Hemelse Rechtbank – zoals zichtbaar in Daniël 7:10 en Zacharia 3 – biedt God een weg tot vrijspraak, herstel en doorbraak. Door deze vorm van geestelijke bevrijding kun je loskomen van blokkades die je onderscheidingsvermogen vertroebelen.
Daarnaast, volg een gedegen profetenschool en investeer in theologische diepgang. Geestelijke onderscheiding is geen spontane gave, maar een vaardigheid die groeit door training, overgave en gezonde begeleiding. Een profetenschool helpt je om Gods stem te verstaan, profetie te toetsen en te leren anderen bekwaam te dienen in liefde en waarheid (Ef. 4:11–13; 1 Kor. 14:1). Combineer dit met theologisch onderwijs dat je leert zélf de Schrift te hanteren, liefst zonder overdosis aan dogmatische inkleuring door docenten die de kern van dit artikel misschien ook wat meer zouden mogen toepassen.
Tot slot, leer samen bijbels te toetsen, net als de eerste kerk. In de vroege gemeente werd profetie niet solistisch beoordeeld, maar collectief onderscheiden:
“Laat twee of drie profeten spreken, en laat de anderen het beoordelen” (1 Kor. 14:29, NBV21).
Dit is een belangrijke sleutel. Je staat er niet alleen voor, Jezus zelf, zijnde het getuigenis van alle gezonde profetie, heeft beloofd zichzelf ‘in de vergadering’ te openbaren (Matt. 18:20).
Vandaag de dag zijn we bovendien gezegend met het geschreven Woord. Toets profetische inspiratie samen ‘in het Woord met het Woord’, in gebed en nederigheid. En doe er vervolgens iets mee. Profetische openbaring vraagt een volwassen, geestgeleide reactie — zeker van apostolische teams, kerken en bewegingen.
“Soms zijn wij zelf de stem die we zo graag willen ontmaskeren.”
Dus, hoe onderscheid je geesten, inclusief die van jezelf? Het antwoord is dus niet: zwijg altijd. Maar wel: spreek voorzichtig. Bid, vast eventueel, en wees nederig in je oordeel. Laat je toetsen door anderen die wandelen in wijsheid en Geest. En vraag de Heilige Geest keer op keer: Heer, ben ik degene die U tegenstaat?
Want soms… zijn wij zelf de stem die we zo vurig willen ontmaskeren.
Sven Leeuwestein
Een bekende tekst die vaak wordt aangehaald in dit soort situaties komt uit de eerste Johannesbrief:
“Vertrouw niet elke geest, maar onderzoek de geesten of ze uit God zijn” (1 Joh. 4:1).
Wat velen zich daarbij niet realiseren, is dat deze woorden geschreven zijn in een context van rondreizende predikers en een hellenistische cultuur waarin publieke oratie en overtuigingskracht hoog in het culturele vaandel stonden – ook los van waarheid. Juist in die context spoorde Johannes de gelovigen aan tot geestelijk onderscheid bij de vele geesten (lees: stemmen) in hun wereld. Maar dat roept bij mij een indringende vraag op: wat als jij degene bent die meent te toetsen, maar zelf niet uit de Geest van God spreekt?
Geloof niet alles wat je hoort
De eerste lezers van deze brief stonden voor de uitdaging hun jonge geloof en opkomende traditie te vormen en te bewaken. Ze werden geconfronteerd met allerlei winden van leer, terwijl zij nog niet beschikten over het Nieuwe Testament zoals wij dat vandaag kennen. Johannes gebruikt in 1 Johannes 4:1 het Griekse woord pisteuete, een gebiedende wijs van pisteuō, dat komt van pistis, wat geloof, vertrouwen of trouw betekent. In de grondtekst staat letterlijk: “Geloof niet elke geest” (πιστεύετε μὴ παντὶ πνεύματι). Johannes roept zijn lezers dus op niet zomaar geestelijke indrukken of openbaringen te accepteren. Het gaat hier niet over oppervlakkig wantrouwen, maar over een actieve opdracht om niet zomaar geloof te hechten aan alles wat geestelijk klinkt. Het suggereert dat het zelfs mogelijk is om — in alle oprechtheid — te geloven in iets dat niet van God komt, als men niet geestelijk toetst.
Toetsing vond in die tijd niet plaats aan de hand van een complete canon, maar via andere ijkpunten. Liefdevol apostolisch leiderschap en gezag, letterlijk de intentie van deze brief, speelde een centrale rol: wat leerden de apostelen en wat hadden zij van Jezus ontvangen? Daarnaast was er het getuigenis van de Heilige Geest zelf, die in de gemeente werkte en onderscheid gaf. Gemeenschappelijke onderscheiding – samen biddend, luisterend en toetsend – hielp om waarheid van misleiding te scheiden. Niet de scherpste redenaar had het laatste woord, zoals dat in de Grieks-Romeinse cultuur vaak wél het geval was, maar de gezalfde leiding van de Geest in verbondenheid met apostolisch onderwijs. In Handelingen 15 zien we hoe de vroege kerk tot beslissingen kwam door het samenspel van getuigenissen, Schrift, apostolisch gezag en de leiding van de Heilige Geest:
“Want de heilige Geest en wij hebben besloten…” (Hand. 15:28).
En Paulus spoort de gelovigen in Tessalonica aan:
“Doof de Geest niet uit, veracht profetieën niet, maar toets alles en behoud het goede” (1 Thess. 5:19–21, NBV21).
Kritisch beoordelen of bijbels toetsen?
In een tijd waarin iedereen een stem heeft – en die ook nog eens razendsnel online kan ventileren – is het vandaag de dag verleidelijk om onszelf automatisch aan de kant van het licht te plaatsen. Zeker als het gaat om profetie of geestelijke openbaring: we herkennen iets dat ons niet zint, we citeren 1 Johannes 4:1 (“Vertrouw niet elke geest…”), en we lijken niet te twijfelen aan ons vermogen om onderscheid te maken. Maar de vraag die we zelden stellen is: wat als ik zelf degene ben die spreekt uit de geest van de wereld en niet uit de Geest van God?
Er is namelijk een verschil tussen iets kritisch beoordelen en iets geestelijk toetsen. Paulus schrijft in 1 Korintiërs 2:11-12 dat alleen de Geest van God weet wat in God leeft, en dat wij die Geest hebben ontvangen om te begrijpen wat ons geschonken is. Toetsen is dus niet alleen een rationele analyse – het is een daad van afhankelijkheid van en intimiteit met de Geest. En die Geest vraagt overgave, nederigheid, en vaak ook bekering van trots, bitterheid of eigen overtuigingen. Dit is naast een bewuste keuze ook een proces naar geestelijke volwassenheid, waarin we leren onze eigen stem te onderscheiden van die van de Heilige Geest.
“Wie meent te toetsen, moet zelf getoetst durven worden.”
Een van de moeilijkste dingen om te herkennen is dat de geest van de wereld zich ook kan uiten via schijnbaar christelijke taal. Denk aan zinnen als “ik voel gewoon dat dit niet klopt”, of “deze bediening is ongezond”, zonder echt de vrucht te kennen of de persoon en bronnen in de Geest te hebben onderscheiden. Wat als je met zulke uitspraken – hoe goedbedoeld ook – zelf onderdeel wordt van de verwarring en het verzet tegen het werk van de Geest?
Christenen die minder ervaring hebben met het profetische functioneren binnen het Lichaam van Christus hebben nogal eens de neiging om vanuit hun ziel te spreken, of anders gezegd: vanuit ongemak met die werkelijkheid. Ze gebruiken dan het woord ‘toetsen’, maar verhullen daarmee soms hun eigen moeite om geestelijke groei in genadegaven bij de ander te erkennen, verstopt achter theologische termen of vage, postmodern aandoende beweringen zonder bijbelse grond.
Werk je mee of werk je tegen?
De meest profetische woorden klinken soms ongemakkelijk, vreemd of zelfs aanstootgevend. Jezus zelf werd als ketter beschouwd. De profeten van het Oude Testament werden uitgelachen, gevangengezet of genegeerd. En het is opvallend dat juist de religieus overtuigden vaak de scherpste critici waren. Dus stel jezelf deze vraag: spreek ik echt namens de Geest van God, of spreek ik uit eigen oordeel, pijn, angst of theologische voorkeur?
"Vrees voor de Heer is het begin van wijsheid" (Spreuken 9:10).
Dat geldt zeker in de context van profetie en oordeel. Valse of zielse profetie is niet alleen iets wat anderen doen. Het kan ook ontstaan in onze eigen woorden wanneer we de bron niet goed hebben onderscheiden. Vrome kritiek zonder relatie met de Geest wordt al snel religieuze weerstand tegen vernieuwing en waarheid.
Wat als jij degene bent die uit gewoonte of gekwetstheid spreekt, terwijl je denkt te handelen uit zuiverheid? Wat als je woorden een bediening of persoon in je kerk of beweging ondermijnen die wél gehoorzaam wandelt in het spoor van de profetische Geest? Wat als jouw ‘toetsen’ eigenlijk projectie is? Dan word jij – onbewust – een zielse of zelfs een valse stem in het werk van de Geest aldaar. Niet omdat je opzettelijk misleidt, maar omdat je niet spreekt vanuit de Geest van God.
Wat kun je doen?
Ik kan me niet voorstellen dat iemand dit zou willen. Tegelijk zijn er wel handvatten om beter om te gaan met het profetische in het Lichaam van Christus. Hier volgen er drie.
Begin bij bevrijding in de Hemelse Rechtbank. Veel geestelijke blindheid of weerstand komt voort uit generatiegebonden ongerechtigheid, beschuldigingen of innerlijke verbonden met religieuze of controlerende machten. In de Hemelse Rechtbank – zoals zichtbaar in Daniël 7:10 en Zacharia 3 – biedt God een weg tot vrijspraak, herstel en doorbraak. Door deze vorm van geestelijke bevrijding kun je loskomen van blokkades die je onderscheidingsvermogen vertroebelen.
Daarnaast, volg een gedegen profetenschool en investeer in theologische diepgang. Geestelijke onderscheiding is geen spontane gave, maar een vaardigheid die groeit door training, overgave en gezonde begeleiding. Een profetenschool helpt je om Gods stem te verstaan, profetie te toetsen en te leren anderen bekwaam te dienen in liefde en waarheid (Ef. 4:11–13; 1 Kor. 14:1). Combineer dit met theologisch onderwijs dat je leert zélf de Schrift te hanteren, liefst zonder overdosis aan dogmatische inkleuring door docenten die de kern van dit artikel misschien ook wat meer zouden mogen toepassen.
Tot slot, leer samen bijbels te toetsen, net als de eerste kerk. In de vroege gemeente werd profetie niet solistisch beoordeeld, maar collectief onderscheiden:
“Laat twee of drie profeten spreken, en laat de anderen het beoordelen” (1 Kor. 14:29, NBV21).
Dit is een belangrijke sleutel. Je staat er niet alleen voor, Jezus zelf, zijnde het getuigenis van alle gezonde profetie, heeft beloofd zichzelf ‘in de vergadering’ te openbaren (Matt. 18:20).
Vandaag de dag zijn we bovendien gezegend met het geschreven Woord. Toets profetische inspiratie samen ‘in het Woord met het Woord’, in gebed en nederigheid. En doe er vervolgens iets mee. Profetische openbaring vraagt een volwassen, geestgeleide reactie — zeker van apostolische teams, kerken en bewegingen.
“Soms zijn wij zelf de stem die we zo graag willen ontmaskeren.”
Dus, hoe onderscheid je geesten, inclusief die van jezelf? Het antwoord is dus niet: zwijg altijd. Maar wel: spreek voorzichtig. Bid, vast eventueel, en wees nederig in je oordeel. Laat je toetsen door anderen die wandelen in wijsheid en Geest. En vraag de Heilige Geest keer op keer: Heer, ben ik degene die U tegenstaat?
Want soms… zijn wij zelf de stem die we zo vurig willen ontmaskeren.
Sven Leeuwestein