Tijd om in conclaaf te gaan?

Onlangs keek ik – mede vanuit mijn fascinatie voor geestelijk leiderschap en enigszins verwonderd over de timing – de film Conclave op Amazon Prime, met Ralph Fiennes in de hoofdrol. Hoewel ik me niet herkende in enkele van de onderliggende boodschappen en vond dat er wel erg veel bekende koppen als kardinalen gecast waren, bood de film een boeiend inkijkje in wat de onderzoekers achter deze productie ons wilden laten zien over transitie in leiderschap.

Wanneer een paus overlijdt of aftreedt, komt de wereldpers massaal af op een ceremonie die zowel mystiek als historisch geladen is: het conclaaf. Afgeleid van het Latijn cum clave – ‘met sleutel’ – verwijst het naar het feit dat de kardinalen letterlijk worden opgesloten tot ze onder gebed en beraad een nieuwe paus kiezen. De Rooms-Katholieke Kerk ziet deze overgang als een heilige verantwoordelijkheid, waarbij de kardinalen geacht worden zich te laten leiden door de Heilige Geest. De kleur van de rook uit het schoorsteentje laat zien of er tot een besluit is gekomen.

Bij mij rijst de vraag – met enig weemoed terugdenkend aan die onbevangen tijd in de theologische schoolbanken –: hoe gaan protestantse, baptistische en evangelische kerken ook alweer om met transitie in leiderschap? En wat kunnen we vandaag leren van de Bijbel, de vroege kerk en ook van de katholieke traditie?

Het conclaaf: ceremonie, gebed en geestelijke verantwoordelijkheid

Tijdens een conclaaf verzamelen zich alle stemgerechtigde kardinalen in de Sixtijnse Kapel in Vaticaanstad. De verkiezing is geheim, waarbij een tweederdemeerderheid vereist is. Elke stemgang wordt voorafgegaan door gebed, en de geloofsgemeenschap gelooft dat de Geest van God de kardinalen leidt.

Zoals paus Benedictus XVI het eens formuleerde:

“Het conclaaf is geen politieke conventie, maar een geestelijke gebeurtenis. Het is de Geest die leidt, niet enkel strategie.”

De nieuw gekozen paus wordt zichtbaar herkend wanneer er witte rook opstijgt uit de schoorsteen van de kapel — een teken dat consensus bereikt is.

Protestantse en evangelische leiderschapsoverdracht: divers en charismatisch

In tegenstelling tot de gecentraliseerde katholieke structuur, zijn leiderschapsoverdrachten in protestantse kerken vaak meer decentraal georganiseerd. Toch is ook hier sprake van diep gebed, gemeenschap en profetisch inzicht.

In de meeste protestantse tradities worden voorgangers benoemd op basis van theologische opleiding, karakter, gaven en de roeping die zij zelf en de gemeente ervaren. Binnen gereformeerde kerken verloopt dit via kerkelijke vergaderingen (zoals de kerkenraad of classis). In meer evangelische en charismatische gemeenten speelt profetie, gebed en de bevestiging door de gemeenschap een grotere rol.

Zoals Paulus aan Timotheüs schrijft:

“Ik vertrouw je deze opdracht toe op grond van de profetische woorden die destijds over jou zijn uitgesproken.”
(1 Timoteüs 1:18)

Het Griekse woord hier voor “opdracht” is παραγγελία (parangelia), dat zowel bevel als aanmoediging betekent – een aanwijzing dat leiderschap niet louter organisatorisch is, maar geestelijk gedragen moet worden.

Baptisten: autonomie en roeping

Baptistengemeenten zijn doorgaans congregationalistisch ingericht, wat betekent dat de lokale gemeente autonoom is. Leiders worden verkozen door de gemeenteleden, vaak na een periode van proefpreken, gesprekken en gebed. Het levert de bekende ‘gemeenteavonden met stemrondes’ op.

De nadruk ligt op persoonlijke roeping en gemeentelijke bevestiging. Hier komt Handelingen 13:2 krachtig naar voren:

“Toen ze aan het vasten waren en een samenkomst hielden voor de Heer, zei de heilige Geest: ‘Stel Mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die Ik hun heb toebedeeld.’”

De frase “stel Mij ter beschikking” (ἀφορίσατε δή μοι) duidt op een apart zetten – een wijding in de geestelijke sfeer, niet op basis van hiërarchie, maar op basis van her en erkenning van goddelijke selectie.

Charismatisch-evangelische gemeenten: apostolische en profetische bevestiging

In evangelische en charismatische contexten is het leiderschapsmodel vaak , naar eigen zeggen, geïnspireerd op het Nieuwe Testament, waar Jezus zelf in gebed de twaalf apostelen kiest:

“Op een van die dagen trok Jezus zich terug op de berg om tot God te bidden, en Hij bracht de hele nacht door in gebed. Toen de dag aanbrak, riep Hij zijn leerlingen bij zich en koos twaalf van hen uit, die Hij apostelen noemde.”
(Lucas 6:12-13)

Deze vorm van leiderschapsoverdracht is relationeel, geestelijk van aard en wordt vaak ondersteund door profetische woorden. Hoe dit vervolgens wordt ingericht, verschilt per gemeente of denominatie. In sommige gemeenten blijft het bij een eenvoudige mededeling als gevolg van een intern proces gebaseerd op succesiedenken al dan niet via de generaties, terwijl het in andere – zoals bij de baptisten – een zorgvuldig proces van erkenning en bevestiging omvat. Tussen deze uitersten bestaan talloze variaties.

Zoals John Wesley, oprichter van het methodisme, het zei:

“Geef mij honderd predikers die niets vrezen dan zonde en niets wensen dan God, en ik zal de wereld schudden.”

Hierin klinkt het geloof door dat leiderschap uiteindelijk niet draait om structuur, maar om geestelijke autoriteit, karakter en Gods roeping. Overigens, in hun episcopale theologie en structuur, wat een combinatie van anglicaanse leer met piëtistische en evangelische invloeden heeft, rouleren en beoordelen methodisten aangestelde leiders om machtsmisbruik tegen te gaan.

Ja, maar maakt het dan niets uit welk model je volgt?

Ja, er zit wel degelijk verschil tussen de manieren waarop kerken leiders aanstellen. Elk systeem – van het katholieke conclaaf tot de congregationalistische stemming in een baptistengemeente – draagt geestelijke kracht én kwetsbaarheid in zich. Hier vind je drie voor- en nadelen van deze modellen:

1. Democratie hoort eigenlijk niet thuis in de kerk.

Hoewel stemmen en inspraak bij de gemeenschap betrokkenheid bevordert, is geestelijk leiderschap geen populariteitswedstrijd. De Bijbel spreekt niet over verkiezingen, maar over aanstellingen door de Heilige Geest (Handelingen 13:2), bevestiging door profetie (1 Timoteüs 1:18) en keuze door gebed (Lukas 6:12-13).

Zoals Dietrich Bonhoeffer het scherp stelde:

“De gemeente is geen democratie. Christus is het hoofd, en waar Hij regeert, sterft het eigenbelang.”

Tegelijk zie je in de praktijk nogal eens dat ‘stemmen in de kerk’ leidt tot vertraging door dwarsliggers of mensen met een verborgen agenda. Veranderen is spannend voor velen wat maakt dat mensen in de weerstand schieten. In sommige evangelische gemeenten kan dit de geestelijke eenheid en vernieuwing onder druk zetten en ruimte geven aan menselijke voorkeuren boven geestelijke leiding.

2.Geestelijke volwassenheid wordt verondersteld, maar is niet vanzelfsprekend.

In zowel stemmingen als profetische processen gaan we ervan uit dat mensen kunnen onderscheiden wat de Geest zegt. Maar Hebreeën 5:14 waarschuwt dat vaste spijs voor volwassenen is, die hun zintuigen geoefend hebben in het onderscheiden van goed en kwaad. Niet elke gemeentelid of zelfs oudste functioneert op dat niveau. Een verkiezing kan dan meer een spiegel zijn van de groepsdynamiek dan van Gods wil.
Menig gemeentelid heeft weleens met een glimlach en wat kromme tenen geluisterd naar zuster 'die en die' tijdens een vragenronde, als ze haar zorgen uitte over de richting van de gemeente, of het karakter of de theologie van een voorgestelde leider — terwijl iedereen vermoedde dat er achter die bezorgdheid nog wat onverwerkt huiswerk schuilging in het discipelschap. Op zich niet erg, maar je kunt wel je vraagtekens zetten bij de bijbelse zin om iemand een stem en invloed te geven.

3. Afgunst, macht en de politieke geest liggen overal op de loer.

Zelfs in het meest vrome proces kunnen jaloezie, rivaliteit en menselijke agenda’s binnensluipen. Jakobus 3:16 zegt: “Waar jaloezie en egoïsme heersen, daar heerst wanorde en worden allerlei slechte praktijken bedreven.” Ook binnen een conclaaf is politieke manoeuvrering niet ongekend – evenmin als in kerkenraden of profetische netwerken.

Zoals kerkvader Augustinus het ooit zei:

“De Kerk is heilig, maar bestaat uit zondaren. Laat daarom elke aanstelling vergezeld gaan van tranen en gebed.”

De tegenstander van de kerk zal niets liever via verwonding en zonde in de zielen van gemeenteleden en leiders willen werken om een gemeente te laten scheuren of vernietigen. Ons land ligt bezaaid met slachtoffers van de geestelijke strijd tegen leiderschap door broeders en zusters heen of verwondde schapen door misbruik van gezalfde herders zonder karakter.

Wat nu?

Transitie in leiderschap is niets nieuws. Van Jezus naar de apostelen, van Paulus naar Timotheüs, van Petrus naar Jakobus als leider van de gemeente in Jeruzalem – telkens weer zien we hoe God leiders aanstelt voor een nieuwe fase. Wat in onze tijd wél nieuw is, is de herontdekking van apostolisch-profetisch leiderschap, waarbij karakter belangrijker is dan charisma of populariteit, en waarbij zalving volgt op toewijding, niet andersom.

In die context komen vier fundamentele inzichten steeds nadrukkelijker naar voren:

1. God bouwt door mensen, niet door structuren. Het Koninkrijk groeit wanneer mensen zich laten vormen en beschikbaar stellen. Structuren mogen ondersteunend zijn, maar ze vervangen nooit de roeping en de vorming van leiders.

2. Karakter gaat vóór kracht. Leiderschap zonder gevormd karakter leidt tot misbruik van macht. Het gaat niet om talent of zichtbaarheid, maar om een innerlijke toewijding aan Christus en zijn waarden. Dan kan kracht blijven stromen zonder te beschadigen.

3. Gezalfd en karaktervol leiderschap is dienend en gericht op het toerusten van anderen. Apostolische leiders bouwen anderen op, zetten vrij en denken in generaties en mandaten. Ze controleren niet, maar sturen geestelijk, vermenigvuldigen en zenden.

4. Er is een beweging van herstel naar oorspronkelijke Bijbelse modellen. De Geest herstelt het vijfvoudige leiderschap (apostel, profeet, evangelist, herder, leraar – Ef. 4:11) waarin ieder zijn plaats inneemt om het Lichaam van Christus volwassen te maken. Met Christus als Hoofd.

Waar mensen samenkomen om kerk te zijn, komen ook het ego, de pijn en soms zelfs de duisternis meespelen. Leiderschap in de kerk is geestelijk, kwetsbaar en van levensbelang. Wat mij raakt, is dat er een hele generatie jonge mensen tot geloof komt en vervolgens terechtkomt in de rauwe werkelijkheid die wij ‘de kerk’ noemen. Zonder dat ze het beseffen, is dat kans groot dat ze een verdeeld slagveld binnen stappen — vol vleselijk gedrag, geslaagde demonische afleidingsmanoeuvres, gekwetste gemaskeerde harten en soms zelfs lamgeslagen geloofsgemeenschappen vol taal maar zonder moedige liefde.

Laten we in conclaaf gaan. Maar allereerst met het Hoofd en de Heer van de oogst. Laten we Hem zoeken om leiders aan te wijzen die met kracht én karakter Zijn blauwdrukken voor de nog vele te herstellen en te stichten gemeentes zoeken, dragen en vestigen — niet uit ambitie, maar uit nederigheid en openbaring.

Is het tijd voor nieuw of vernieuwd leiderschap in jouw gemeente – of in een gemeente die nog gesticht moet worden? Welke kleur rook komt er uit jullie schoorsteen?

Sven Leeuwestein

Advies nodig? Behoefte om als leider of als team eens te sparren? Neem contact op.